zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio

LULING O H H M

Limaweg 55/E
2743CC, WADDINXVEEN
Telefoon: 0182-618742
meer info >>
1.1Km

BRULE F J VD EN VLIET N G VAN

Sterrenlaan 18
2743LS, WADDINXVEEN
Telefoon: 0182-619239
meer info >>
2.0Km

WIECHEN R J M P VAN

Zijde 10
2771EN, BOSKOOP
Telefoon: 0172-214450
meer info >>
2.8Km

HUISARTSENPRAKTIJK ZEVENBERGEN

Parklaan 8
2771GB, BOSKOOP
Telefoon: 0172-210553
meer info >>
3.2Km

MEIJ A VD

Willem Barentszlaan 30
2803XP, GOUDA
Telefoon: 0182-537899
meer info >>
4.4Km


Informatie over Lage bloeddruk

Inhoud

Hypotensie of lage bloeddruk refereert aan een lagere bloeddruk dan normaal. De bloeddruk wordt als te laag beschouwd wanneer de druk onvoldoende is om de lichaamsweefsels van voldoende zuurstof te voorzien. Bij welke druk deze situatie ontstaat verschilt per persoon en hangt af van de energiebehoefte van het lichaam. Lage bloeddruk is doorgaans niet een op zichzelf staande aandoening, maar het gevolg van een onderliggende oorzaak.

Oorzaken van een lage bloeddruk

De meest bekende oorzaak van een lage bloeddruk is een plotselinge verandering in de houding van het lichaam met als gevolg duizeligheid, een slap of licht gevoel in het hoofd of flauwvallen. Andere oorzaken kunnen zijn:

  • Een slechte werking van de hartspier.
  • Een verstopping van de bloedstroom in één van de slagaders.
  • Uitdroging.
  • Letsel.
  • Gebruik van alcoholische drank.
  • Bloedverlies.
  • Een hartinfarct.
  • Trage hartslag.
  • Een sterke allergische reactie.
  • Gebruik van bepaalde medicijnen.

In veel gevallen blijft de oorzaak van de lage bloeddruk onbekend.

Behandeling

Meestal is er geen behandeling nodig. Het leren omgaan met de klachten is vaak het belangrijkste. Wanneer de oorzaak bekend is, wordt dit het doel van de behandeling.

Bezoek aan de huisarts

Meestal is een lage bloeddruk onschuldig en gaan de klachten vanzelf over zonder behandeling. Indien de klachten aanhouden of regelmatig terugkeren, bezoek dan uw huisarts. De huisarts zal zo nodig verder onderzoek doen en een behandeling inzetten.